donderdag 12 juni 2014

Helemaal niks meer.


Wie ben ik om te zeggen dat het niet leuk is. Wie ben ik om te zeggen hoe het voelt als de zon langzaam wegdrijft. En jij doorzevert over een leven na het donker. Ik zal niets zeggen. Ik zal kijken. Van de zon naar jouw handen. Tot de gebaren moe worden. En de hoop op morgen zal opgaan met hetzelfde gemak als de rook van je sigaretten. Tot je langzaam wegebt. Tot iets dat later veel weg zou hebben van een herinnering. Tot helemaal niks.


donderdag 5 juni 2014

Op een koude winternacht.

Pijn terwijl mijn tenen ontdooien.
Van steenachtig ijs. Terug naar water.
En tot het stroomt,
blijft de last van adaptatie.
Ik krijg de neiging om naar buiten te lopen.
Laat hen koud blijven, zonder pijn.
Maar het moest gaan stromen
voor ik naar bed ga.
En het lukt heus wel zonder jou.
Al zou ik het niet erg vinden.
Als iemand nu
mijn tenen zou omarmen.
Mijn kleine voeten
zou warmen.