vrijdag 17 september 2010

Stapelplaats.

Met de vlinders in mijn ogen kijk ik naar bezeten mensen op belegen gronden.
Met een harde bas in diep van binnen worstelt hij zich naar haar toe.
En toont zijn affectie.

Kruipend over het tafellaken.

Terwijl ik de was ophang zie ik dat de zwarte vegen van jouw schoenen niet uit het kleed zijn gewassen. Een dubieus gevoel van nostalgie overspoelt mijn gedachten aan de beruchte avond op de tafel, waarop wij dansten en chardonnay dronken. De avond waarop wij uiteindelijk moe van de wijn en halfdronken van het dansen, onder de tafel eindigden. En wij zongen liedjes van lang geleden in de Hitparade, toen er nog gevoel in de woorden lag. En sloten af met een laatste slok onder de linnen van de tafel. Een hard geraas van de wind uit mijn onderbuik doet mij de waslijn van knijpers ontdoen en ik gooi het laken in de was.