zondag 26 juni 2011

In de kap van een laars.


Met slechts weinig bekleding verleidde hij mij tot een dans. Dus snel bedekte ik het nakende lichaam met mijn woorden, zoekend naar bevestiging. Waarop hij de dans liet zitten en mij liet staan. En daar stond ik. Wachtend op een zomer.

Mijn zwalkende bestaan en ik.

Jouw lippen kussen mij dronken. Zo dronken dat ik enkel wil. Tot het veel is. Dan draai ik, zie niets meer scherp. Alles draait om mij. En ik eindig de volgende dag in een bed met een krakende kater.