dinsdag 15 december 2009

Het kerstliedje.

Mijn voeten gleden onder de dekens vandaan en daar lagen ze: stil, koud en weerloos. Mijn arme tenen - die liever een paar sokken hadden gehad - wachtten tot de tijd door klokken en wijzers werd vermaald tot alleen iets als herrinering.
Jij had mijn handen niet losgelaten als ik het niet had gevraagd.

zondag 6 december 2009

Ik zing 'regendruppels vallen op mijn hoofd'.

Laten we dansen, het is het laatse uur. Laten we het ervan nemen met onze gezichten naar de lampen van het licht. Nu wij rondjes dansen en louter elkaar kunnen bekijken, wil ik alleen nog dat van jou. Inmiddels is het stil geraakt in mijn hoofd. Weergaloos doch weerzinwekkend. Het licht brandt op mijn netvlies. En zo kwam de ochtend. Stralend.