zaterdag 1 september 2012

Iets met bomen en gedoe.


Met de ongewone charme van een vergane kroonluchter
Loop ik langs de straten
Probeer ik enigszins te vluchten.
Ontwijk ik mensen die willen praten
Tot ik bij de boom ben
En daar mijn rug steun geef tegen de schors.

Bij een bankje in een park. Jij weet waar. Zit ik daar.

Met in mijn buik, een gevoel van verdriet, zo van net niet.
Met mijn voeten in het gras
En de neus in de wind
Mijn ogen knijpen dicht
Mijn lippen samen.
Ik weet het niet meer
En ik hoef het niet te weten.
Gaan jullie maar door met dat gedoe
Ik kap ermee.